Wegwerpinsulinespuit 1 ml 0,3 ml 0,5 ml Ce&ISO

Een insulinespuit bestaat uit drie delen: een naald, een cilinder en een zuiger.

De naald is kort en dun. Het is gemaakt van een speciaal materiaal waardoor de naald gemakkelijk en met minder pijn door de huid kan glijden. Het wordt geleverd met een dop om het te bedekken en te beschermen voordat het wordt gebruikt.

Het vat is de plastic kamer waarin de insuline zit. Het is gemarkeerd met lijnen (kalibraties) aan de zijkant. De lijnen geven aan hoeveel eenheden insuline u injecteert.

De plunjer is de lange dunne staaf die op en neer langs de binnenkant van de loop glijdt. Zijn functie is om de insuline in het vat te zuigen of de insuline via de naald uit het vat te duwen. Het heeft een rubberen afdichting aan de onderkant om te voorkomen dat insuline weglekt. De rubberen afdichting is zo aangebracht dat deze aansluit bij de lijn op de loop.

Spuiten zijn bedoeld voor eenmalig gebruik. Na gebruik moeten ze worden weggegooid in speciale prikbestendige containers.

Hoe groter de spuit, hoe meer insuline deze kan bevatten.

Houd bij het kiezen van de maat van een spuit rekening met het volgende:

1)het aantal eenheden insuline dat u nodig heeft, en

2) hoe goed je de lijnmarkeringen op de loop kunt zien.

Hoe een spuit te lezen

Wanneer u de hoeveelheid insuline meet, leest u vanaf de bovenste ring (naaldzijde) en niet vanaf de onderste ring of het verhoogde gedeelte in het midden van de zuiger.

Figuur 1 toont bijvoorbeeld een insulinespuit van 100 eenheden. Elke lijn vertegenwoordigt twee eenheden insuline. Daarom bevat de spuit 32 eenheden insuline. Omdat de lijnen heel dicht bij elkaar liggen, is dit niet de beste keuze voor iemand met slecht zicht.